De 5 dooddoeners voor een Scrum Stand-Up

De 5 dooddoeners voor een Scrum Stand-Up

De Stand-up is een belangrijk onderdeel van Scrum. Tijdens de sprint gebruik je deze bijeenkomst met het team om met elkaar af te stemmen hoe de werkzaamheden tijdens die sprint gaan. De stand-up is in de basis een korte meeting van 15 minuten waarbij het hele scrumteam bij het scrumbord staat. Alle teamleden geven antwoord op de vraag ‘welke taken heb ik sinds de vorige stand-up gedaan?’, ‘welke taken ga ik tot aan de volgende stand-up doen?’ en ‘zijn er impediments waar ik tegen aan loop?’.  

Op deze manier is de stand-up een effectieve en efficiënte meeting waarna het hele team weet wat er speelt en doelgericht verder kan werken aan het doel van de sprint.

Helaas wordt de stand-up niet altijd zo beleefd. Hieronder worden 5 situaties beschreven die er in veel gevallen de oorzaak van zijn dat stand-ups niet het beoogde effect hebben.

1. Impediments niet als zodanig benoemen 

Stand-ups zijn een erg belangrijk moment voor het identificeren en bespreken van impediments. Speel daar als scrummaster en teamlid dus goed op in als iemand een potentieel impediment benoemt. Als in elke sprint en elke stand-up weer dezelfde impediments worden besproken zonder dat er iets aan gedaan wordt is dat een echte dooddoener voor de stand-up. Zorg daarnaast dat impediments ook duidelijk op het scrumbord komen te staan door middel van duidelijke impediment magneten.

2. Stand-up op een andere locatie dan bij het scrumbord

Niets is onhandiger dan het geven van updates over de taken van de sprint, zonder het overzicht van die taken er bij te hebben en die meteen te kunnen updaten. Het is belangrijk dat alle teamleden tijdens de stand-up het overzicht hebben van wat er gepland is voor die sprint, hoe dat vordert en ook niet onbelangrijk: wordt er volgens de juiste prioriteit gewerkt?

3. Bespreken van zaken die niet op het bord staan

Het doel van de stand-up is elkaar op de hoogte brengen van de status van de werkzaamheden die voor die sprint op de planning staan, en dus op het bord. 15 minuten is kort en daarom is alles wat wordt besproken dat niet bijdraagt aan het doel nutteloos. Teamleden die weinig te vertellen hebben over de voortgang van de taken op het bord vervallen weleens in de verleiding om dan maar te vertellen wat ze wel allemaal gedaan hebben aan andere projecten etc. Dat is niet relevant voor de stand-up en zorgt voor onduidelijkheid bij de rest van het team. Als het informatie is die andere teamleden wel interessant vinden kunnen ze dat prima na de stand-up bespreken maar niet tijdens de stand-up zelf.

4.  Onduidelijkheid over wie waar mee bezig is

Het scrumbord moet voor alle teamleden maar ook voor stakeholders voor zichzelf spreken zodat er geen verwarring ontstaat tijdens de stand-up. Het moet te allen tijde duidelijk zijn wie met welke taken bezig is zodat overleg over die taken snel buiten de stand-up om kan plaatsvinden. Gebruik daarom naammagneten om bij elke taak die 'in progress' is de naam van een teamlid te hangen zodat geen verwarring ontstaat over wie nou met welke taak bezig is.

5. Geen veranderingen op het scrumbord

Niets is vervelender dan elke dag een stand-up houden waarbij alle teamleden netjes opnoemen waar ze mee bezig zijn, als er geen enkele voortgang blijkt op het bord. Dit kan komen omdat de taken te groot zijn. Elke taak moet te doen zijn tussen twee stand-ups zodat als je op maandag zegt taak a te gaan doen, je uiterlijk dinsdag bij de stand-up de magneet met die taak kan verplaatsen naar 'done'.


Wil je meer leren over Scrum?
Neem dan zeker eens een kijkje bij onze online Scrum cursus.